De zachte kaart van Oostenburg, Hoogstedelijk samenleven in de praktijk
Thuisgevoel in een nieuwe hoogstedelijke buurt
In de dure, dichtbebouwde en nieuwgebouwde ontwikkelprojecten in de grote steden ontstaan thuisgevoel en buurtcohesie niet vanzelfsprekend. Urhahn en stadspsycholoog Sander van der Ham brengen de ervaringen en wensen van allereerste bewoners direct in kaart, om samenleven in hoge dichtheden beter te begrijpen en om lessen te trekken voor een stedenbouw die toe-eigening en eigenaarschap uitnodigt.
Voor het ontwikkelen van een toolkit voor de vitale stedelijke buurt van de toekomst, onderzoekt het ontwerpteam van Urhahn Urban Design het gevoel van thuis en buurtcohesie in een nieuwe, hoogstedelijke stadswijk, Oostenburg.
Wat moet er naar aanleiding van jullie onderzoek anders rondom wonen?
Wanneer de eerste bewoners arriveren, moet de buurt geen bouwplaats meer zijn, maar een woonwijk. Dit idee moet voor iedereen duidelijk zijn: de bouwvakker, de investeerder, de wegenwerker. Een belangrijke bevinding is dat wonen in een bouwplaats een grote impact heeft op de kwaliteit van leven. Sommige bewoners zijn zelfs vertrokken vanwege de overweldigende geluidsoverlast van de bouw. Bewoners verwachten het volledige plaatje vanaf het begin, maar de buurt evolueert, en dat kost tijd. Als bewoners meer betrokken zouden worden bij het ontwikkelproces, zouden wijken beter worden ontworpen om te voldoen aan de behoeften van de toekomstige bewoners. Bovendien zouden de verwachtingen realistischer zijn. Uiteindelijk spelen de bewoners zelf een belangrijke rol in het creëren van een gemeenschapsgevoel.
Een tweede belangrijke bevinding is de rol van de investeerder. Investeerders zijn ervaren partijen in een ontwikkelingsgebied, maar dezelfde problemen komen overal voor. Fietsen worden vaak gestolen, zelfs uit de inpandige fietsenstallingen. Ruimtes op de begane grond blijven lange tijd leeg, en de weinige bedrijven die wel openen, hebben moeite om te overleven te midden van de voortdurende bouw. Hekken worden geplaatst op plekken waar bewoners ze niet willen, maar waar investeerders hun territorium markeren. Hier is ruimte voor verbetering. Vooral wat betreft het invullen van de ruimtes op de begane grond valt er veel te winnen. Vanuit het perspectief van de investeerder is de begane grond succesvol als de huur wordt betaald, zelfs als de ruimte leegstaat of de huurder niet interessant is voor de buurt.
Wat stellen jullie voor in het project om dat aan te pakken?
We werken nu samen met bewoners om de openbare ruimte opnieuw te ontwerpen. Het eiland is niet groen genoeg; kunnen we dat gaandeweg aanpassen? In dichtbevolkte buurten staat de openbare ruimte onder grote druk, zowel boven als onder de grond. Ruimte voor bomen en hun wortelstelsels is schaars. Bovendien kan de gemeente hoogwaardige groenvoorzieningen niet effectief beheren. Als bewoners ook als beheerders willen optreden, is er meer mogelijk in het ontwerp van de openbare ruimtes. Daarom werken we samen.
De investeerder zou ook meer betrokken kunnen zijn bij de omgeving, niet alleen bij het gebouw. Het manifest dat door alle eigenaren op Oostenburg is ondertekend, is een goed begin: verschillende partijen gaan met elkaar in gesprek. Aham heeft een masterclass op Oostenburg georganiseerd om de lessen van het eiland te delen. Wat betreft de begane grond levert meer investeren aan het begin meer kansen op voor (tijdelijke) huurders. Huurders tijdens de bouw zouden huurkortingen moeten krijgen als katalysator voor levendigheid. Huurders kunnen beter op elkaar worden afgestemd om meer te creëren dan alleen de som der delen.
Wat voor impact zou dat hebben?
Een buurt is niet af wanneer de tekeningen klaar zijn; dat is het moment waarop het pas echt begint. Als ontwerpers zijn we vaak niet betrokken bij dit stadium, maar we kunnen een verbindende rol spelen en het verhaal van de buurt tot leven brengen door beter samen te werken met bewoners en investeerders. Door interviews ontdekken we wat er in de buurt gebeurt, maar we zijn zelf ook een factor. We verbinden mensen en faciliteren gesprekken over de buurt. Zo is Catharina bijvoorbeeld actief geworden in de ‘buurtkamer’, en hebben dertigers elkaar kunnen vinden via de buurtapp. Een buurt waar mensen elkaar kennen, is een sterke buurt.
Wat moet er naar aanleiding van jullie onderzoek anders rondom wonen?
Wanneer de eerste bewoners arriveren, moet de buurt geen bouwplaats meer zijn, maar een woonwijk. Dit idee moet voor iedereen duidelijk zijn: de bouwvakker, de investeerder, de wegenwerker. Een belangrijke bevinding is dat wonen in een bouwplaats een grote impact heeft op de kwaliteit van leven. Sommige bewoners zijn zelfs vertrokken vanwege de overweldigende geluidsoverlast van de bouw. Bewoners verwachten het volledige plaatje vanaf het begin, maar de buurt evolueert, en dat kost tijd. Als bewoners meer betrokken zouden worden bij het ontwikkelproces, zouden wijken beter worden ontworpen om te voldoen aan de behoeften van de toekomstige bewoners. Bovendien zouden de verwachtingen realistischer zijn. Uiteindelijk spelen de bewoners zelf een belangrijke rol in het creëren van een gemeenschapsgevoel.
Een tweede belangrijke bevinding is de rol van de investeerder. Investeerders zijn ervaren partijen in een ontwikkelingsgebied, maar dezelfde problemen komen overal voor. Fietsen worden vaak gestolen, zelfs uit de inpandige fietsenstallingen. Ruimtes op de begane grond blijven lange tijd leeg, en de weinige bedrijven die wel openen, hebben moeite om te overleven te midden van de voortdurende bouw. Hekken worden geplaatst op plekken waar bewoners ze niet willen, maar waar investeerders hun territorium markeren. Hier is ruimte voor verbetering. Vooral wat betreft het invullen van de ruimtes op de begane grond valt er veel te winnen. Vanuit het perspectief van de investeerder is de begane grond succesvol als de huur wordt betaald, zelfs als de ruimte leegstaat of de huurder niet interessant is voor de buurt.
Wat stellen jullie voor in het project om dat aan te pakken?
We werken nu samen met bewoners om de openbare ruimte opnieuw te ontwerpen. Het eiland is niet groen genoeg; kunnen we dat gaandeweg aanpassen? In dichtbevolkte buurten staat de openbare ruimte onder grote druk, zowel boven als onder de grond. Ruimte voor bomen en hun wortelstelsels is schaars. Bovendien kan de gemeente hoogwaardige groenvoorzieningen niet effectief beheren. Als bewoners ook als beheerders willen optreden, is er meer mogelijk in het ontwerp van de openbare ruimtes. Daarom werken we samen.
De investeerder zou ook meer betrokken kunnen zijn bij de omgeving, niet alleen bij het gebouw. Het manifest dat door alle eigenaren op Oostenburg is ondertekend, is een goed begin: verschillende partijen gaan met elkaar in gesprek. Aham heeft een masterclass op Oostenburg georganiseerd om de lessen van het eiland te delen. Wat betreft de begane grond levert meer investeren aan het begin meer kansen op voor (tijdelijke) huurders. Huurders tijdens de bouw zouden huurkortingen moeten krijgen als katalysator voor levendigheid. Huurders kunnen beter op elkaar worden afgestemd om meer te creëren dan alleen de som der delen.
Wat voor impact zou dat hebben?
Een buurt is niet af wanneer de tekeningen klaar zijn; dat is het moment waarop het pas echt begint. Als ontwerpers zijn we vaak niet betrokken bij dit stadium, maar we kunnen een verbindende rol spelen en het verhaal van de buurt tot leven brengen door beter samen te werken met bewoners en investeerders. Door interviews ontdekken we wat er in de buurt gebeurt, maar we zijn zelf ook een factor. We verbinden mensen en faciliteren gesprekken over de buurt. Zo is Catharina bijvoorbeeld actief geworden in de ‘buurtkamer’, en hebben dertigers elkaar kunnen vinden via de buurtapp. Een buurt waar mensen elkaar kennen, is een sterke buurt.
Meer informatie en kom in contact met Urhahn
Locatie: Oostenburg, Amsterdam
Ontwerpers: Urhahn & Sander van der Ham
Stakeholders: o.a. Woningcorporatie Stadgenoot, stichting Over de Brug, Third Place, gemeente Amsterdam
Locatie: Oostenburg, Amsterdam
Ontwerpers: Urhahn & Sander van der Ham
Stakeholders: o.a. Woningcorporatie Stadgenoot, stichting Over de Brug, Third Place, gemeente Amsterdam