Introductie: Toekomstbestendig landelijk gebied

Nederland staat voor grote maatschappelijke opgaven die op lokaal en regionaal niveau ruimtelijke implicaties hebben. Denk aan de omschakeling naar kringlooplandbouw en de aanleg van nieuwe voorzieningen voor waterberging, natuur en recreatie, en de droogte die een steeds groter probleem vormt. De aanpak van deze opgaven zal onze leefomgeving ingrijpend veranderen en is daarmee een belangrijk ontwerpvraagstuk.
aanpassen aan een veranderend klimaat
Tweederde van het Nederlandse grondoppervlak wordt gebruikt door boeren, die vooral intensieve landbouw en veehouderij bedrijven. Deze focus op grootschalige productie maakt dat het natuurlijk evenwicht achtergesteld is geraakt aan de opbrengsten. Een voorbeeld hiervoor is het waterbeheer, dat vooral dienend is aan de landbouw en waar bemaling van kwetsbare bodem leidt tot inklinken of verdroging, en waar bemesting zorgt voor een te veel aan stikstof, waardoor planten- en diersoorten verdwijnen. De grote nationale opgave van het terugdringen van stikstof, maar ook de energietransitie en de klimaatadaptatie bieden kansen om de inrichting van onze grootschalige productielandschappen te overdenken.

Kunnen we een natuurlijk evenwicht herstellen dat duurzame productie, natuurwaarden, maar ook recreatie, met elkaar kan verenigen? Hoe verdeel je die functies over het land? Kan de landbouw ook bijdragen aan grondstoffen voor bijvoorbeeld de productie van circulair bouwmateriaal voor de grote woningbouwopgave die op stapel staat, bijvoorbeeld in de vorm van productiebossen? Hoe kunnen we de droogte, waar we steeds vaker mee te kampen hebben, het hoofd bieden? En hoe kunnen landgoederen en landschappen getransformeerd worden tot eigentijdse openbare plekken met betekenis voor de maatschappij? Wat zeker is, is dat de inrichting van het landelijk gebied van de toekomst een grote ontwerpopgave is, die we niet onbenut moeten laten. Hier liggen kansen leef- en productieomgevingen te creëren, die elkaar versterken en tot duurzame modellen kunnen leiden, niet alleen op economisch vlak, maar ook op het gebied van ruimtelijke kwaliteit, gezondheid en leefbaarheid.

ontwerpend onderzoek
Ontwerpend onderzoek is een instrument dat in Nederland al enige decennia wordt gebruikt, maar momenteel snel aan draagvlak wint. Het is een co-creatieve werkwijze gericht op de ontwikkeling van ruimtelijke visies en ontwerpvoorstellen voor complexe ruimtelijke vraagstukken. Ontwerpend onderzoek brengt de kennis van de betrokken partijen uit een gebied bij elkaar, helpt bij het scherpstellen van opgaven, het inzichtelijk maken, afwegen en verbinden van belangen, het organiseren van draagvlak en het initiëren van nieuwe samenwerkingen. Zo ontstaat er ruimte om te komen tot integrale toekomstperspectie- ven, handelingsperspectieven en handvatten voor beleidsvorming bij overheden en markt- partijen. Het stelt betrokken partijen in staat buiten de eigen kaders te denken en zo tot een meer integrale aanpak te komen.

Binnen de Open Oproep Toekomstbestendig landelijk gebied werkten 28 transdisciplinaire teams, bestaand uit ontwerpers, (semi)publieke organisaties – zoals gemeenten, provincies en woningbouwcorporaties –, maar ook burgers en marktpartijen, in korte ontwerpend onderzoekstrajecten van circa vier maanden aan oplossingen voor het landelijk gebied.

toekomstscenario’s voor het landelijk gebied
De 28 lokale en regionale projecten laten een brede waaier zien van thema’s rondom nieuwe (gemengde) vormen van landbouw, agrarische verdienmodellen, ecosysteemdiensten, agrarisch zoneren, droogte en watersystemen, biobased bouwen en de balans tussen landbouw, natuur en recreatie. De ontwerpteams, die konden putten uit lokale kennis en expertise van tal van deelnemende partijen, hebben gewerkt aan toekomstscenario’s, bouwstenen, methodes en processen die helpen om duurzame toekomsten voor deze plekken zichtbaar en voorstelbaar te maken. De projecten laten het belang van andere relaties tussen stad, dorp en land zien, hebben speciale aandacht voor het betrekken van lokale gemeenschappen en bouwen voort op bestaande en lokale kennis. Naast de visies hebben de ontwerpteams ook de weg uitgestippeld, die de betrokken gemeenten en andere (semi)publieke partijen zouden kunnen bewandelen om de innovatieve ideeën te realiseren.