parking

Essay: Stedelijke maakbedrijven

Tijdens een werkbezoek aan drie broedplaatsen in Rotterdam discussiëren medeoprichters Bas van den Berg en Lenard Vunderink, David Louwerse en Walter de Vries – beiden van de gemeente Rotterdam – en stedenbouwkundig onderzoeker Birgit Hausleitner over het maken en de stad. ‘Er zijn echt te weinig makersplekken in de stad.’
Sinds enkele jaren ontstaat er weer waardering voor het maken. Productie keert terug naar stedelijke locaties. Vaak gebeurt dat in de vorm van broedplaatsen op tijdelijke plekken die bestemd zijn voor herontwikkeling. Hoe werken deze broedplaatsen precies? Hoe kan het maken weer structureel een plek krijgen in de stad? En wat kunnen we van bestaande maakbedrijver leren?

Op locatie in de Rotterdamse Keilewerf, Keilewerf 2 en De Kroon in Schiehaven-Noord wordt duidelijk dat maakbedrijven in de stad bijdragen aan de nodige diversiteit van banen. Voor gemeenten is de maakindustrie interessant omdat deze belangrijke impulsen kan geven voor de transitie naar een nieuwe economie en circulaire materiaal- en grondstofstromen op gang kan brengen. Ook wordt duidelijk waar de broedplaatsen tegenaan lopen. Doordat er te weinig makersplekken zijn in de stad stokt de doorstroming, de gemeente heeft geen langetermijnvisie voor deze plekken, maakt geen duidelijke keuzes en bouwt niet door op wat er ligt.
gespreksleiding en tekst Andrea Prins
concept en coördinatie Jutta Hinterleitner (Stimuleringsfonds Creatieve Industrie), Arjan Smits & Paul Gerretsen (Vereniging Deltametropool)