Essay: Niet méér maar beter
Hoe belangrijk is verdichting? En hoe kunnen dorpen vitaal blijven? Op werkbezoek bij twee bijzondere projecten in Drenthe. Architect Karlijn de Jong van Studioninedots en Michel Jager, programmamanager nieuwbouw bij Woonservice wisselen van gedachten over binnendrops ontwerpen. ‘Het gaat vooral om het maken van gezonde leefomgevingen.’
Bij het thema toekomstbestendige ontwikkeling gaat het meestal om de stad. Maar doorontwikkeling is ook een dorpse opgave. In Niet méér maar beter. Dorps bouwen met kwaliteit staan twee dorpse voorbeeldprojecten centraal: Nei Arf in Exloo, ontworpen door DAAD Architecten, en Brinkwonen in Schoonoord, ontworpen door AAS Groningen en Buro Harro.
Opdrachtgever van beide projecten is Woonservice. Michel Jager: ‘Als corporatie gaat het ons niet zozeer om méér, maar om béter. Het gaat om het intensiveren van een dorp.’ De projecten laten zien hoe typologische vernieuwing een dorp kan versterken en wat de waarde van toegevoegde, eigentijdse woonvormen voor de dorpen en hun bewoners is. Nei Arf introduceert een erf met open kapschuur als ontmoetingsplek en zorgt voor levensloopbestendige woningen. Bij het Brinkwonen worden vorm en plaatsing van boerenschuren getransformeerd naar woonhuizen voor senioren.
Karlijn de Jong: ‘Beide projecten zie ik al hele goede voorbeelden van dorps inbreiden: je laat alles op haast natuurlijke manier gebeuren. Er wordt rekening gehouden met de specifieke context, niet alleen door het voortborduren op tradities en bestaande structuren, maar ook door inventieve herinterpretatie. Eigenlijk is er geen verschil tussen dorps of stads ontwerpen. Het gaat vooral om het maken van gezonde leefomgevingen, waarbij de gebouwde omgeving vervlochten wordt met het sociale weefsel van de plek.’
Opdrachtgever van beide projecten is Woonservice. Michel Jager: ‘Als corporatie gaat het ons niet zozeer om méér, maar om béter. Het gaat om het intensiveren van een dorp.’ De projecten laten zien hoe typologische vernieuwing een dorp kan versterken en wat de waarde van toegevoegde, eigentijdse woonvormen voor de dorpen en hun bewoners is. Nei Arf introduceert een erf met open kapschuur als ontmoetingsplek en zorgt voor levensloopbestendige woningen. Bij het Brinkwonen worden vorm en plaatsing van boerenschuren getransformeerd naar woonhuizen voor senioren.
Karlijn de Jong: ‘Beide projecten zie ik al hele goede voorbeelden van dorps inbreiden: je laat alles op haast natuurlijke manier gebeuren. Er wordt rekening gehouden met de specifieke context, niet alleen door het voortborduren op tradities en bestaande structuren, maar ook door inventieve herinterpretatie. Eigenlijk is er geen verschil tussen dorps of stads ontwerpen. Het gaat vooral om het maken van gezonde leefomgevingen, waarbij de gebouwde omgeving vervlochten wordt met het sociale weefsel van de plek.’
gespreksleiding en tekst Andrea Prins
concept en coördinatie Jutta Hinterleitner (Stimuleringsfonds Creatieve Industrie), Arjan Smits & Paul Gerretsen (Vereniging Deltametropool)
foto Nei Arf in Exloo, DAAD architecten
concept en coördinatie Jutta Hinterleitner (Stimuleringsfonds Creatieve Industrie), Arjan Smits & Paul Gerretsen (Vereniging Deltametropool)
foto Nei Arf in Exloo, DAAD architecten
projecten
Mei it ferline foarút
‘Mei it ferline foarút’ is Fries voor ‘met het verleden vooruit’. Dat is wat Werkend Landschap met dit project doet. Het ontwerpbureau haalt inspiratie uit de wordingsgeschiedenis van het Friese landschap en onderzoekt hoe die Friese cultuurhistorie kan worden ingezet om te werken aan krachtige, duurzame en streekeigen (productie)landschappen die tegen een stootje kunnen in de nabije toekomst.