Essay: Meer dan glas

Landschapsarchitect Merel Enserink en Michiel Roemer van de Duurzame Energiecoöperatie Apeldoorn (deA) discussiëren op locatie in het Gelderse zonnepark Klarenbeek over zonnevelden, biodiversiteit en meervoudig gebruik. Hoe kun je grootschalige zonneparken inpassen in het landschap? En hoe komen de financiële baten ook echt bij de maatschappij terecht?
Zonnepark Klarenbeek ligt zuidoostelijk van Apeldoorn en beslaat 20 hectare, vergelijkbaar met het oppervlak van 29 voetbalvelden. De energiecoöperaties deA en EnergieRijk Voorst organiseerden de oprichting en financiële participatie. Evelien de Mey ontwierp de ruimtelijke inbedding. In het zonnepark zijn tussen de zonnepanelen verschillende groene gebieden aangelegd en de panelen zijn zo opgesteld dat techniek en natuur elkaar aanvullen, in plaats van verstoren. De helft van de winst vloeit terug naar de lokale bevolking en wordt voor maatschappelijke en ecologische doelen ingezet.

Zowel De Mey als Roemer pleiten ervoor dat de Rijksoverheid de regie neemt bij de aanleg van zonneparken. Dat geeft kaders en voorkomt concurrentie tussen gemeenten. Van belang is ook dat omwonenden kunnen meedenken en meebeslissen. De aanleg van een zonnepark vraagt bovendien om een integraal ontwerp, om landschapsontwikkeling. Daarbij mogen energiebesparing en zinvol energieverbruik niet buiten beschouwing worden gelaten. Er zit namelijk een grens aan wat er mogelijk is op het land. Als de energievraag te veel toeneemt, kom je geen stap verder met duurzame energieopwekking.
gespreksleiding en tekst Andrea Prins
concept en coördinatie Jutta Hinterleitner (Stimuleringsfonds Creatieve Industrie), Arjan Smits & Paul Gerretsen (Vereniging Deltametropool)